Oorlogsverhaal #3
Op deze site wordt eens in de 2 weken een verhaal geplaatst van inwoners uit Tuitjenhorn die de oorlog bewust hebben meegemaakt.
Deel dit bericht

Oorlogsverhaal 3: samenvatting dagboek van gijzelaar Jo Bes uit Tuitjenhorn
Jo Bes woonde met zijn gezin op Dorpsstraat 66
In 1943 en vooral 1944, dwongen de Duitsers jonge mannen in hun fabrieken te gaan werken. Namen en adressen haalden ze uit de bevolkingsregisters. De ondergrondse in onze dorpen besloot die bevolkingsregisters weg te halen. In Warmenhuizen werd er dag en nacht over gewaakt. Dat register werd op 13 april 1944 door de gemeenteambtenaren Wester en Bes, direct na afloop van hun werktijd, niet in de kluis maar in de bezemkast opgeborgen. Diezelfde avond haalden de leiders van het verzet het er weg en dumpten het met hulp van een derde in een dorpssloot. De mannen Wester en Bes doken direct onder op Texel. Hun vaders, Klaas Wester en Jo Bes, werden echter direct door de Duitsers gegijzeld na de ontdekking. De vaders wisten niets van wat hun zonen hadden gedaan maar moesten wel een klein half jaar in een concentratiekamp leven. Hoe dat leven eruit zag, leest u onderstaand in een beknopte versie, geschreven door Jo Bes.
Jo Bes en Klaas Wester werden op 14 april meegenomen naar het gemeentehuis om te worden verhoord. Ondanks dat ze bleven vertellen van niets te weten, moesten ze toch op transport. Ze mochten hun familie niet meer zien of spreken en werden direct met een auto naar kamp Weteringschans gebracht en ieder in een cel met andere gevangene gestopt. Toen drong de werkelijkheid wel bij de mannen door.
Ruim 1 maand hebben de mannen daar gezeten. Hun celgenoten wisselden met regelmaat. Naast een beetje eten, werden er gymnastiekoefeningen gedaan, werd er gelezen en door de gelovige iedere ochtend en avond gebeden. Door middel van het tikken met hun ring op de buizen, konden de diverse cellen, en dus Wester en Bes, met elkaar communiceren. Op 19 mei gingen beide mannen op transport naar Vught. Iedere dag moesten ze urenlang marcheren. In kamp Vught heette Bes geen Jo meer maar was hij nr 10181. Kampgenoten zeiden tegen Wester en Bes: ‘laat ze maar brullen en schreeuwen. Je moet je er niks van aantrekken want als je dat wel doet, dan houd je het hier niet uit…dan ga je dood’.
Zwaar werk moest er gedaan worden. Het waren lange dagen: half vijf op en pas rond half acht ’s avonds weer terug in de cel. Ook moesten er goederenwagons schoongemaakt worden. Toen ze op een keer daarmee bezig waren, zagen ze grote mensentransporten al aankomen en herkenden ook diverse mensen die, veelal geboeid, in de wagens gegooid of gejaagd werden. Ook zieke mensen werden zo van hun veldbed afgeschoven en in de wagon gekiept. Ruim 2.000 mensen heeft Jo Bes zien afgevoerd worden. Een beeld om zijn leven lang niet meer te vergeten. Alle waardevolle spullen van de mensen die op transport waren gezet, moesten ze verzamelen omdat deze naar Duitsland gingen. Persoonlijke papieren moesten worden verbrand. Het kamp was opgeruimd maar…ze waren bang wat er met hen ging gebeuren. 15 september was het toen ze dachten naar huis te mogen. Wat was iedereen uitgelaten en blij!
Maar de reis ging niet naar huis…na een paar uur wachten kregen ze te horen dat ze naar Amersfoort gingen. Weg illusie, iedereen kromp in elkaar. Na 13 uur in een overvolle wagon, met geen eten en een ton voor ieders behoefte, arriveerden Wester en Bes in Amersfoort.
Wat was het overal vies en iedereen daar zat onder de vlooien en luizen. Een paar dagen na hun komst kwam ineens het bericht dat alle gijzelaars hun pakketten klaar moesten zoeken, daarna aantreden en dan, na bijna een half jaar, naar huis zouden mogen. Zou het nu echt waar zijn? JA!
“Rodekruiswagens brachten ons eerst naar Amersfoort waar burgers klaar stonden om koffie, sigaretten en fruit uit te delen. We reden via Amsterdam, Zaandam en Alkmaar en overal kwamen omstanders naar ons toe en boden ons van alles aan. In Alkmaar werd er naar de buren gebeld dat we onderweg naar huis waren. Vanuit Alkmaar zijn we op geleende fietsen naar huis gegaan en in Warmenhuizen kwamen onze kinderen ons tegemoet fietsen.
Wat een ontmoeting! Hoe korter we bij huis kwamen, hoe groter de belangstelling werd. Iedereen hield ons aan maar we wilden zo snel mogelijk naar moeder en de kinderen.
Mijn thuiskomst…DAG VADER..!! De huiskamer was omgetoverd tot een feestzaal.
Maar Klaas! De vrouw van Klaas was tijdens zijn ballingschap overleden…”
“In dit boekje heb ik in grote lijnen het kampleven weergegeven. Ik hoop op het einde van deze afschuwelijke, onzinnige oorlog en op spoedig betere tijden, op vrede.
Dat dit Europa, dat schreit, zal herrijzen uit zijn puinhopen….!”
Jo Bes
Dit is een beknopte samenvatting van het verhaal dat Jo Bes zelf na de oorlog heeft geschreven.
Heeft u interesse in het hele verhaal?
Word dan voor € 10,00 per jaar lid van de Historische Vereniging Harenkarspel en ontvang, naast 2x per jaar het tijdschrift ‘Zicht op Harenkarspel’, ook gratis het boekje ‘Dagboek van gijzelaar Jo Bes’.
U kunt een mail sturen naar: hisverhar.ledenadm@live.nl