20 maart 2025

Oorlogsverhaal #6

Deel dit bericht

Oorlogsverhaal #6

Jan Sinnige “de man die alles durfde”

Tijdens de oorlog was Jan Sinnige één van de actiefste districtsleiders van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) voor westelijk West-Friesland, het gebied tussen Schagen en Alkmaar.

Jan was een geboren handelaar, al jong, vanaf 7 jaar, was hij aan het handelen met de kalfjes van zijn vader op de boerderij in Akersloot. Later was hij venter met van alles en nog wat, bloemen, poppen, groente, fruit. Alles wat er voorhanden was. Een echte scharrelaar. Hij heeft ook een groentewinkel aan de Hekelstraat in Alkmaar gehad.

Vanaf de 2e helft van 1942 kwam het verzet op gang. Jan woonde toen in Schagen aan de Regentenstraat 63. Doordat hij veel van Schagen naar Alkmaar met de trein reisde kwam hij in aanraking met mensen van het LO/KP (LO= Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers, KP= knokploeg). In verzetskringen was hij bekend als Jan de Vries.

De LO/KP waren voornamelijk met de volgende zaken bezig:

  • Hulp aan onderduikers:
    • Studenten die geen loyaliteitsverklaring wilden tekenen (verklaring dat je wilde meewerken met de Duitsers).
    • Mensen die vluchten voor de Arbeitseinsatz en te werk gesteld zouden worden in Duitsland.
    • Militairen die waren opgeroepen om zich te melden voor krijgsgevangenschap.
    • Verzetsmensen die werden gezocht.
    • Mensen van de spoorwegstaking 44-45
    • Joodse mensen. Kanttekening hierbij is dat er weinig Joodse onderduikers waren in onze dorpen. De reden hiervoor was dat het bij een tuinder of boer de gewoonte was dat de onderduikers meewerkten. Joodse mensen vielen te veel op.
  • Zoeken naar onderduikadressen
  • Dagelijks voedsel verzorgen aan de onderduikers
  • Voedselbonnen en kleding verzorgen aan de onderduikers
  • Transport van wapens

 

In 44-45 was Jan de grootste voedselverhandelaar van het verzet in de kop van Noord-Holland, maar ook verhandelaar van allerlei andere spullen, fietsen, laarzen, kleding, overalls enz. Er waren periodes bij dat zo’n 1000 bonkaarten per maand werden afgenomen ten behoeve van de ongeveer 400 onderduikers in de gemeenten Warmenhuizen en Harenkarspel.

Het verzet kwam aan het voedsel door opkoop bij boeren tegen reguliere prijzen, kraken bij boeren die zwart handelden en door interne ruilhandel. Soms met de dwang van een pistool op tafel.

Ook werden er eens 50 koeien uit Friesland gehaald. Die koeien hebben ze in onze regio geplaatst bij boeren en tuinders, met de afspraak dat ze de helft van de melkopbrengst zelf mochten houden. De andere helft werd opgehaald voor onderduikers.

Zo waren ze in de weer om alle onderduikers van eten en drinken te voorzien.

Jan kwam in aanraking met allerlei mensen van het verzet, zo ook met onze dorpsgenoten Jan Molenaar en Pieter Borst. Hij kwam regelmatig in ons dorp. Zo betrapte hij een Joodse onderduiker op Kalverdijk: “Je had er ook mensen bij, die soms wat overmoedig waren. Overmoedig is iets anders dan dapper. Overmoedig is fout.” De Joodse onderduiker op Kalverdijk werd door Jan stevig onder handen genomen, hij fietste daar dood gemoederd overdag door het dorp. Hij bracht daarmee andere levens in gevaar en dan kon natuurlijk niet.

Ook met verzetsmensen uit Warmenhuizen had Jan regelmatig contact, zoals huisarts Rein Posthuma en Jan Beemsterboer. Alle mensen van het verzet in de dorpen rondom ons werkten nauw samen.

Allerlei gedurfde acties kwamen uit de koker van Jan Sinnige, voorbeelden zijn:

  • Het weghalen van de bevolkingsregisters van Dirkshorn, Sint Maarten en Warmenhuizen.
  • Het bevrijden van een verzetsman uit Dirkshorn uit kamp Vught, wat helaas mislukte.
  • Stelen van een lading fruit uit een koelhuis in Warmenhuizen en het onderbrengen daarvan in de school in Tuitjenhorn. Ook het transport daarna naar de ziekenhuizen waar de mensen verrast werden met het fruit.
  • Wapentransporten vanuit de Wieringermeer samen met A.C. de Graaf (waar de welbekende weg naar is vernoemt) en het verbergen van die wapens aan de Oosterdijk.
  • Het liquideren van een verrader in een schuur aan de Dorpsstraat in Tuitjenhorn.
  • De overval op een Duits transport met goudstaven in Zijpersluis.

Op 23-04-1944 is Jan Sinnige gearresteerd samen met Warmenhuizenaar Jan Beemsterboer. Beide mannen waren op pad om een verrader op te sporen. Ze stonden te posten bij de pont van Velsen en dat trok de aandacht van de Duitsers. Na hun arrestatie belanden ze eerst in de beruchte gevangenis aan de Euterpestraat in Amsterdam. Ze hielden stand bij de martelingen en hielden vol dat ze alleen maar zwart handelden (dit hadden ze afgesproken mochten ze ooit gearresteerd worden). Daarna is Jan Beemsterboer terecht gekomen in kamp Amersfoort. Hij is na vier weken weer vrijgekomen, mede door bemiddeling van een Duitse handelsrelatie van zijn vader.

Jan Sinnige heeft in de Weteringschansgevangenis dertien dagen in de dodencel gezeten en is daarna ook naar kamp Amersfoort overgebracht. Daar werkte hij als kok, maar werd betrapt met meegenomen keukenvoedsel. Voor straf werd hij tien dagen in een speciale strafbunker gezet tot zijn kuiten in het water.

In september 1944 werd hij op transport gesteld naar Duitsland. Doordat de veewagens kapotgeschoten waren door de geallieerden, werden ze vervoerd in luxe treinwagons met raampjes erin. Jan zag zijn kans schoon en is ontsnapt door ‘s nachts in het donker uit het raampje te duiken. Via, via en met hulp van veel mensen heeft Jan zijn weg weer teruggevonden naar huis.

Een week later was hij weer volop actief in het verzet. Zijn eerste actie na zijn vlucht was het stelen van de lading fruit uit het koelhuis in Warmenhuizen. De buit werd opgeslagen op de zolder van de school in Tuitjenhorn.

Na zijn vlucht moest Jan steeds onderduiken.  Hij was iedere keer kort op een onderduikadres, hij werd als te gevaarlijk ervaren. Hij had inmiddels een hoeveelheid wapens onder zijn beheer, die – met medeweten van de gastheer – in huis werd verstopt. Zijn laatste onderduikadres was in het café van Jan de Bakker in Noord-Scharwoude, aan de Dorpsstraat op de hoek van de Spoorstraat. De wapenkist ging mee. De geweren onderin, de landmijnen bovenop. De Bakker wist van dat wapentuig. Zijn vrouw daarentegen wist van niets. “Kom ik op een dag m n kamer binnen, wil moeder De Bakker net beginnen de mijnen af te stoffen…..”

Na de oorlog is Jan Sinnige kort buitenspel gezet. Er was een soort machtsstrijd. Jan had zogenaamd te weinig opleiding genoten om zo’n leidinggevende functie te hebben gehad binnen het verzet. Er waren mannen die zich ten onrechte een belangrijker functie toe eigenden. Onze dorpsgenoot Pieter Borst en Warmenhuizenaar Jan Beemsterboer pikten dit niet en zijn voor Jan in de bres gesprongen. Binnen de kortste keer werd Jan uitgenodigd op Paleis ’t Loo om door Prins Bernard in ere te worden hersteld.

Zo heeft Jan kunnen terugkijken op een rijk en turbulent leven. Hij was een temperamentvol persoon, geen model verzetsman maar een karaktervol vechter.

Jan Sinnige tussen de bloem na zijn ere herstel door Prins Bernard

tech: dodo.nl | design: studioviv.nl